arrivés

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arrivés    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑriˈves/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ar·ri·vés
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dearrivésmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord arrivé

Gangbaarheid

  • Het woord arrivés staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

Werkwoord

arrivés

  1. mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van arriver
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.