arroseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arroseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·ro·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
arroseren

arroseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van arroseren
    • Ik arroseerde. 
    • Jij arroseerde. 
    • Hij, zij, het arroseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord arroseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.