assest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·sest

Werkwoord

vervoeging van
assessen

assest

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assessen
    • Jij assest. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assessen
    • Hij assest. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van assessen
    • Assest! 

Gangbaarheid

  • Het woord assest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.