assimileer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assimileer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·si·mi·leer

Werkwoord

vervoeging van
assimileren

assimileer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assimileren
    • Ik assimileer. 
  2. gebiedende wijs van assimileren
    • Assimileer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assimileren
    • Assimileer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord assimileer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.