assisteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assisteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·sis·teer

Werkwoord

vervoeging van
assisteren

assisteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assisteren
    • Ik assisteer. 
  2. gebiedende wijs van assisteren
    • Assisteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assisteren
    • Assisteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord assisteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.