atajar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
atajar
atajaba
atajado
volledig

Werkwoord

atajar

  • onovergankelijk
  1. afsnijden, een kortere weg nemen
  • overgankelijk
  1. de pas afsnijden
  2. stoppen, tegenhouden, beletten, belemmeren, stuiten
  3. in de rede vallen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.