attacheer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attacheer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·ta·cheer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
attacheren |
attacheer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attacheren
- Ik attacheer.
- gebiedende wijs van attacheren
- Attacheer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attacheren
- Attacheer je?
Gangbaarheid
- Het woord attacheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.