audiolinguaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  audiolinguaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·dio·lin·gu·aal
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen audiolinguaal
verbogen audiolinguale

Bijvoeglijk naamwoord

audiolinguaal

  1. (taalkunde) betrekking hebbend op het luisteren en spreken

Gangbaarheid

  • Het woord 'audiolinguaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.