auditar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
auditar
auditaba
auditado
volledig

Werkwoord

auditar

  • overgankelijk
  1. controleren, nazien (van boekhouding en rekeningen)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.