auditar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
auditar |
auditaba |
auditado |
volledig |
Werkwoord
auditar
- overgankelijk
- controleren, nazien (van boekhouding en rekeningen)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.