autoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autoloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel auto- en met het achtervoegsel -loog
stellend
onverbogen autoloog
verbogen autologe

Bijvoeglijk naamwoord

autoloog

  1. op zichzelf betrekking hebbend
    • Een autologe bloeddonatie wordt later weer aan dezelfde persoon teruggegeven. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord autoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.