autoreed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autoreed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·reed

Werkwoord

vervoeging van
autorijden

autoreed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van autorijden
    • ... dat ik autoreed. 
    • ... dat jij autoreed. 
    • ... dat hij, zij, het autoreed. 

Gangbaarheid

  • Het woord autoreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.