autorijdt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autorijdt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·rijdt

Werkwoord

vervoeging van
autorijden

autorijdt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autorijden
    • ... dat jij autorijdt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autorijden
    • ... dat hij autorijdt. 

Gangbaarheid

  • Het woord autorijdt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.