avaleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: avaleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ava·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
avaleren |
avaleerde
- enkelvoud verleden tijd van avaleren
- Ik avaleerde.
- Jij avaleerde.
- Hij, zij, het avaleerde.
- Ik avaleerde.
Gangbaarheid
- Het woord avaleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.