avaleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avaleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ava·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
avaleren

avaleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van avaleren
    • Ik avaleerde. 
    • Jij avaleerde. 
    • Hij, zij, het avaleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord avaleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.