avaleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avaleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ava·leert

Werkwoord

vervoeging van
avaleren

avaleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avaleren
    • Jij avaleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avaleren
    • Hij avaleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van avaleren
    • Avaleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord avaleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.