avenir

Spaans

Woordafbreking
  • a·ve·nir

Werkwoord

avenir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
avenir
avenía
avenido
volledig
  1. overgankelijk verzoenen, nader tot elkaar brengen
Synoniemen
  • [1]: resignar




Frans

Uitspraak
  •  avenir    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

avenir m

  1. toekomst
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.