avisas

Noors

Woordafbreking
  • avi·sas

Zelfstandig naamwoord

avisas, v

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van avis
Synoniemen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
avisar

avisas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van avisar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.