avreisen
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈɑːʋɾæjsən /
Woordafbreking
- av·rei·sen
Naar frequentie | 24454 |
---|
Zelfstandig naamwoord
avreisen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van avreise
Schrijfwijzen
- avreisa zn , v
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.