avreisers

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɑːʋɾæjsəʃ /
Woordafbreking
  • av·rei·sers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

avreisers

  1. genitief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van avreise
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.