babyboomertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  babyboomertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·by·boo·mer·tje

Zelfstandig naamwoord

hetbabyboomertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord babyboomer

Gangbaarheid

  • Het woord babyboomertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.