backspegeln
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- backĀ·speĀ·geln
Naar frequentie | 22370 |
---|
Zelfstandig naamwoord
backspegeln
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van backspegel
- gebruikt in de bijwoordelijke uitdrukking i backspegeln
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: i backspegeln / efterklok
achteraf gezien, terugblikkend
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.