bagatelliseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bagatelliseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·ga·tel·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bagatelliseren |
bagatelliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bagatelliseren
- Ik bagatelliseer.
- gebiedende wijs van bagatelliseren
- Bagatelliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bagatelliseren
- Bagatelliseer je?
Gangbaarheid
- Het woord bagatelliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.