balanceert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  balanceert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·lan·ceert

Werkwoord

vervoeging van
balanceren

balanceert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balanceren
    • Jij balanceert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balanceren
    • Hij balanceert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van balanceren
    • Balanceert! 

Gangbaarheid

  • Het woord balanceert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.