balloteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: balloteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bal·lo·teer·de
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| balloteren |
balloteerde
- enkelvoud verleden tijd van balloteren
- Ik balloteerde.
- Jij balloteerde.
- Hij, zij, het balloteerde.
- Ik balloteerde.
Gangbaarheid
- Het woord balloteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.