bandeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bandeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ban·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
banderen

bandeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van banderen
    • Ik bandeerde. 
    • Jij bandeerde. 
    • Hij, zij, het bandeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'bandeerde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.