baptistje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baptistje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bap·tist·je

Zelfstandig naamwoord

hetbaptistjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord baptist
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.