baseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·seert

Werkwoord

vervoeging van
baseren

baseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseren
    • Jij baseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseren
    • Hij baseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van baseren
    • Baseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord baseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.