basista

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /baˈzista/
Woordafbreking
  • ba·si·sta

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
mannelijk basista basisti
vrouwelijk basista basiste

basista m/v

  1. (misdaad), (persoon) iemand die informatie verzamelt en levert voor een misdaad waaraan hij zelf geen deel neemt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.