beëindig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beëindig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ein·dig

Werkwoord

vervoeging van
beëindigen

beëindig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beëindigen
    • Ik beëindig. 
  2. gebiedende wijs van beëindigen
    • Beëindig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beëindigen
    • Beëindig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beëindig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.