bedrieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedrieg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·drieg

Werkwoord

vervoeging van
bedriegen

bedrieg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedriegen
    • Ik bedrieg. 
  2. gebiedende wijs van bedriegen
    • Bedrieg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedriegen
    • Bedrieg je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bedrieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.