beduchtte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beduchtte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ducht·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beduchten |
beduchtte
- enkelvoud verleden tijd van beduchten
- Ik beduchtte.
- Jij beduchtte.
- Hij, zij, het beduchtte.
- Ik beduchtte.
Gangbaarheid
- Het woord 'beduchtte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.