beetgreep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beetgreep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beetĀ·greep

Werkwoord

vervoeging van
beetgrijpen

beetgreep

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van beetgrijpen
    • ... dat ik beetgreep. 
    • ... dat jij beetgreep. 
    • ... dat hij, zij, het beetgreep. 

Gangbaarheid

  • Het woord beetgreep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.