befala

Nynorsk

Uitspraak
  • IPA: /bəˈfɑːlɑ/
Woordafbreking
  • be·fa·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederduitse woord bevalen.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
befala
befalar
befalte
befalt
Klasse 2 zwak

Werkwoord

befala

  1. overgankelijk bevelen, gebieden
  2. overgankelijk gelasten, bepalen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.