befloers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  befloers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·floers

Werkwoord

vervoeging van
befloersen

befloers

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befloersen
    • Ik befloers. 
  2. gebiedende wijs van befloersen
    • Befloers! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befloersen
    • Befloers je? 

Gangbaarheid

  • Het woord befloers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.