beklauter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beklauter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·klau·ter

Werkwoord

vervoeging van
beklauteren

beklauter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklauteren
    • Ik beklauter. 
  2. gebiedende wijs van beklauteren
    • Beklauter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklauteren
    • Beklauter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beklauter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.