beknabbel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beknabbel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·knab·bel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beknabbelen |
beknabbel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknabbelen
- Ik beknabbel.
- gebiedende wijs van beknabbelen
- Beknabbel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknabbelen
- Beknabbel je?
Gangbaarheid
- Het woord beknabbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.