beknibbel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beknibbel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·knib·bel

Werkwoord

vervoeging van
beknibbelen

beknibbel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknibbelen
    • Ik beknibbel. 
  2. gebiedende wijs van beknibbelen
    • Beknibbel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknibbelen
    • Beknibbel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beknibbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.