belde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bel·de

Werkwoord

vervoeging van
bellen

belde

  1. enkelvoud verleden tijd van bellen
    • Ik belde. 
    • Jij belde. 
    • Hij, zij, het belde. 

Gangbaarheid

  • Het woord belde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.