belegert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belegert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·le·gert

Werkwoord

vervoeging van
belegeren

belegert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belegeren
    • Jij belegert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belegeren
    • Hij belegert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van belegeren
    • Belegert! 

Gangbaarheid

  • Het woord belegert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.