beliep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beliep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·liep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
belopen |
beliep
- enkelvoud verleden tijd van belopen
- Ik beliep.
- Jij beliep.
- Hij, zij, het beliep.
- Ik beliep.
Gangbaarheid
- Het woord beliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.