beloon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beloon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·loon

Werkwoord

vervoeging van
belonen

beloon

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belonen
    • Ik beloon. 
  2. gebiedende wijs van belonen
    • Beloon! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belonen
    • Beloon je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.