bemachtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemachtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·mach·tig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemachtigen |
bemachtig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemachtigen
- Ik bemachtig.
- gebiedende wijs van bemachtigen
- Bemachtig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemachtigen
- Bemachtig je?
Gangbaarheid
- Het woord bemachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.