bemachtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bemachtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·mach·tig

Werkwoord

vervoeging van
bemachtigen

bemachtig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemachtigen
    • Ik bemachtig. 
  2. gebiedende wijs van bemachtigen
    • Bemachtig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemachtigen
    • Bemachtig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bemachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.