benagelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benagelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·na·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
benagelen

benagelde

  1. enkelvoud verleden tijd van benagelen
    • Ik benagelde. 
    • Jij benagelde. 
    • Hij, zij, het benagelde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.