benam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·nam

Werkwoord

vervoeging van
benemen

benam

  1. enkelvoud verleden tijd van benemen
    • Ik benam. 
    • Jij benam. 
    • Hij, zij, het benam. 

Gangbaarheid

  • Het woord benam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.