bepotelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bepotelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·po·telt

Werkwoord

vervoeging van
bepotelen

bepotelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen
    • Jij bepotelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen
    • Hij bepotelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bepotelen
    • Bepotelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord bepotelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.