bepraatte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bepraatte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·praat·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bepraten |
bepraatte
- enkelvoud verleden tijd van bepraten
- Ik bepraatte.
- Jij bepraatte.
- Hij, zij, het bepraatte.
- Ik bepraatte.
Gangbaarheid
- Het woord bepraatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.