beregen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beregen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·re·gen

Werkwoord

vervoeging van
beregenen

beregen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beregenen
    • Ik beregen. 
  2. gebiedende wijs van beregenen
    • Beregen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beregenen
    • Beregen je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beregen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.