berijm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berijm    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·rijm

Werkwoord

vervoeging van
berijmen

berijm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen
    • Ik berijm. 
  2. gebiedende wijs van berijmen
    • Berijm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen
    • Berijm je? 

Gangbaarheid

  • Het woord berijm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.