beschenk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschenk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·schenk

Werkwoord

vervoeging van
beschenken

beschenk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschenken
    • Ik beschenk. 
  2. gebiedende wijs van beschenken
    • Beschenk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschenken
    • Beschenk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beschenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.