beschonk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschonk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·schonk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschenken |
beschonk
- enkelvoud verleden tijd van beschenken
- Ik beschonk.
- Jij beschonk.
- Hij, zij, het beschonk.
- Ik beschonk.
Gangbaarheid
- Het woord beschonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.