beskylde

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / beˈsgylˀə /
Woordafbreking
  • be·skyl·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse werkwoord beschuldigen
  • Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord skyld met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 15842
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beskylde
beskylder
beskyldte
beskyldt
zwak volledig

Werkwoord

beskylde

  1. overgankelijk aanklagen, aantijgen, betichten, beschuldigen, de schuld geven, ten laste leggen, verwijten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • beskyldning

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / bəˈʃylə /
    Woordafbreking
    • be·skyl·de
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Middelhoogduitse werkwoord beschuldigen
    • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord skyld met het voorvoegsel be-
    Naar frequentie 20527
    vervoeging
    onbepaalde wijs beskylde
    tegenwoordige tijd beskylder
    verleden tijd beskyldte
    voltooid
    deelwoord
    beskyldt
    onvoltooid
    deelwoord
    beskyldende
    lijdende vorm beskyldes
    gebiedende wijs beskyld
    vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
    opmerking

    Werkwoord

    beskylde

    1. overgankelijk aanklagen, aantijgen, betichten, beschuldigen, de schuld geven, ten laste leggen, verwijten
    Synoniemen
    Afgeleide begrippen
    • beskylde for
    • beskylding
    • beskyldning
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.